|
Opgetekend 23 januari 2003...
Doorgegeven door een gids:
Een eenzaam kind, dwalend door het land.
Afgesneden, van al wat hem lief is.
Waar vind ik warmte?
waar kan ik schuilen?
wie heeft er een beschermende arm?
of een troostend woord?
Waar is mijn vader?
Ik bedoel niet de man in dit leven, nee een diepere vorm.
De Vader van alles wat leeft.
Waar kan ik hem vinden?
Als mijn hart nog zo is verstikt, waar kan ik mijn handen opleggen, als de weg nog zo ondoorzichtig is.
Of is er dan toch dat gevoel, dat diep van binnen zegt:
lieve kind je hoeft het niet alleen te doen,
wij zijn er toch voor je,
je bent niet alleen.
Wendt je tot hen die je kunnen helpen, naar de plaats die je binnenin voelt.
Ik ben het, jouw gids, die je wil helpen op jouw levensweg.
Volg me, hou me vast, en ik zal je een glimp laten zien van de
onbeschrijflijke liefde die er op je ligt te wachten.
Dan zul je voelen dat niets onoverkoombaar is.
Lieve kind laat me je vast houden en ik zal je de liefde van de Vader laten voelen.
Samen banen we dan een weg, door de moerassen van je leven.
Dan zal ik je door al die obstakels loodsen en brengen bij de Vader.
Dan zul je de liefde voelen, nooit meer eenzaam zijn, voorgoed geborgen voelen.
Geef me je handen,
God wacht slechts op een teken.
De hulp is al onderweg.
Ezechiël. |
|
|