|
Opgetekend: 13 april 2020
Mensen, luister: Ik heb medelijden
met alle mensen die denken dat er na dit leven op de aarde niets
meer is. Ik was ook zo’n mens. Trots en heel
vastgeroest. |
Ik liep altijd te vertellen: joh,
dood is dood. Dat is een zwart gat waar je dan in terecht
komt. En religie, ik moest er niets van weten.
Mijn leven bestond uit rationele zaken. Ik was gewoon een
atheïst. Daar was ik mee opgegroeid en ik wilde dat zo houden.
En toen kwam de dag dat ik mij niet zo lekker voelde. Gewoon
niet lekker en vreselijk moe. Ook daar vocht ik tegen. Hoezo
niet lekker... Gewoon doorgaan! Helaas die bewuste avond
kreeg ik vreselijke steken op mijn borst. "Dit is niet
goed", schreeuwde ik, "haal een dokter!" En wat er toen
gebeurde, gewoon als in een film. Ziekenbroeders hebben mij
geprobeerd te reanimeren. Het was een probleem met mijn hart.
En
daar tussenin zag ik een licht en vele overledenen. "Goh
moeder", dacht ik, "waar kom jij vandaan?" Zij vertelden mij
later: uw moeder heeft u opgehaald. Hoe kan dat?, flitste
het door mij heen. Zij was toch dood... Heb ik het dan zo
verkeerd gehad? Ja beste vriend, zei de persoon die
bij mij was. Hij noemde zich mijn begeleider. En hij zei: er is
wél een voortleven. Wij noemen dat Gene Zijde. Jij was zo
stoer en hebt het altijd ontkend. Maar hier komen alle zielen
die over zijn en vrij allen bij elkaar. Dat is een voortleven...
Wat schaamde ik mij. Zo lang had ik alles ontkend, ondanks
dat mensen mij er op hadden gewezen. En dan toch mocht ik hier
verblijven. Wat ben ik lang dom en onwetend geweest. Hier voel
ik liefde, hulp en saamhorigheid. Het spijt mij dat ik, zo’n
beer van een kerel, dit altijd heb ontkend. Mijn
naam is Bertus |
|
Nawoord:
Tijdens het schrijven zag ik een grote
stevige man, haar op zijn armen, tatoeëring. Kaal hoofd, gouden
ketting om zijn hals. Houthakkers shirt aan. Hij staat bij een
grote vrachtauto met veel lampen erop. Ik voelde een stevige
robuuste man met een heel klein hartje.
Dag bertus,
het ga je goed aan Gene Zijde! |
|
|